In veruit de meeste landen worden de houten palen niet meer gebruikt. De houten paal is beperkt in het dragen van grote lasten en moet tot onder de grondwaterspiegel worden geheid om rotting te voorkomen. Er zijn 2 typen; De Rotterdamse en de Amsterdamse paalfundering (zie figuur boven). Wanneer de grondwaterstand zakt (als gevolg van b.v. verdroging en grondwateronttrekking) kunnen de houten palen bloot komen te liggen waardoor deze in aanraking komen met zuurstof. Door de zuurstofrijke omgeving waar de houten palen aan blootgesteld worden kunnen bacteriën en/ of schimmels ontstaan. Het gevolg is dat de houten palen gaan rotten en hun draagvermogen verliezen. Verzakkingen zijn een direct gevolg waardoor grote schade aan gebouwen kunnen ontstaan. |
Oorzaak Veel gebouwen in Amsterdam staan op houten palen. Op zich niets mis mee. Maar als het waterpeil zakt en de bovenkant van de palen droog komt te staan gaan ze rotten. Ook is aantasting door schimmels of bacteriën vaak een oorzaak waardoor de palen te zwak worden en er opnieuw gefundeerd moet worden. Vanaf 1980 is duidelijk geworden dat de levensduur van houten paalfunderingen niet onbeperkt is. De kwaliteit van houten paalfunderingen kan in de loop der tijd afnemen door verschillende factoren:
Gebreken aan funderingen manifesteren zich meestal in de vorm van zakkingen en ontoelaatbare zakkingsverschillen, vaak in combinatie met scheuren in de gevels.
Soorten aantasting
|
---|